Achteraf ben ik blij dat ik niet na mijn allereerste bezoek aan de markt op de nieuwe plek mijn pen in de azijn heb gedoopt.
Ik had er natuurlijk naar uitgekeken. Vooral nadat wethouder Johan Gadella er enorm over had opgegeven: eindelijk konden wij als Nieuwegeiners een rondje markt weer eens koppelen aan een rondje winkelen op City.
Alsof dat niet kon met de markt op P-west.
De marktkooplui waren ook ontzettend enthousiast, overigens om dezelfde reden. Verder zagen ondernemers volop kansen in de verplaatsing naar het Stadsplein voor het optimaal functioneren van de markt, ook in de toekomst.
Concreter werd het niet.
Het was zaterdag 8 oktober. We konden rekenen op windvlagen met een maximumsnelheid van 77 kilometer per uur, een buitje was mogelijk.
Op de markt was het kil en koud, de wind joeg ons voort, en op de open plek vlak voor de notenkraam maakte de wind een extra pirouette.
Mensen liepen mompelend diep weggedoken in hun opgezette kragen op zoek naar de kramen die door hun royale opstelling vrij ver uit elkaar lagen.
Eenmaal thuis kon ik amper weer warm worden.
Maar dan zaterdag 14 oktober. Het was zonnig, er stond een vleug wind die eenmaal op de markt aanvoelde als redelijk stevig.
Ik was met mijn zus, die ook wel eens een kijkje wilde nemen op een markt die optimaal functioneert. Zij komt uit Dedemsvaart.
Bij de notenkraam stonden de mensen in drie rijen op hun beurt te wachten.
De wat armetierig geklede man voor me, die net zijn bestelling wilde plaatsen, werd snerpend tot de orde geroepen door een vrouw met een smal mondje en iets te scherp getekende wenkbrauwen. ‘Ik stond hier eerder en van voorkruipen hou ik niet.’
De blonde vrouw in de kraam deed er ervaren het zwijgen toe.
Het smalle mondje wilde een half pond luxe noten en die Cranberry’s waren nu wel heel goedkoop. Daar nam ze meteen maar een pond van.
De man was aan de beurt. Hij schoof een beetje naar voren. ‘Voor een euro vliespinda’s, bedeesd legde hij de munt op de toonbank.’
Bij bakkerij ’t Stoepje kocht ik vier worstenbroodjes voor echtgenoot T. Ze hadden er nog één over en die ik mocht gratis meenemen. Ze gingen met zijn vijven gezellig in een plastic zakje.
De mij vertrouwde bloemstal heeft kennelijk voor comfort gekozen. Ze staan ‘overdekt’. Staat tegenover dat zij ook al van die onnatuurlijke voorgebogen orchideeën verkopen. Schijnt een nieuwe trend te zijn.
Ik miste een bloemenstal. Daar had ik laatst op P-west nog een fraaie hoog opschietende orchidee gekocht zonder metaalwerk.
Theatercafé De Kom vond ik een voltreffer. Vooral ook vanwege de windschermen.
Het viel me dus mee.
Maar het blijft natuurlijk wel een ontzettend trekgat.