Ik moest bij een lokaal bankfiliaal zijn. Bij de entree stond een jongeman – de host – in een strak gesneden grijs pak en een gewaagde eigentijdse bril (bruin is het nieuwe oranje). Of hij mij van dienst kon zijn. Zeker: ik wilde even een ingevuld formulier afgeven.
Ha, dat valt onder ‘Advies’, zei de bril opgewekt en met een trefzeker gebaar drukte hij op een automaat, die subiet een nummertje uitspuugde: V 129, oftewel de V van advies.
Er waren twee balies open en de balie links was leeg. Nee, helaas, die mevrouw is van de ‘Service’ (zeg maar van de kas) en zij mag onder geen enkele voorwaarde formulieren aannemen, zei de bril. Dan had u een K- nummertje moeten hebben en dat hebt u niet. Ik mocht plaatsnemen op de bank. Of ik koffie wilde.
De ruimte oogde als een knus café met een zeer royale oranje lounge bank met vrolijk gestreepte kussens, een warme dranken automaat, een paar oranje knuffels (leeuwtjes) en een oranje koepel met een inpandige pc, waar je alsnog digitaal zaken kon doen om het balie personeel te ontlasten. En voor wie wilde plassen, was er een toiletvoorziening.
Goed. Ik dus wachten op die bank. Er waren meer zitplaatsen dan balies en daarvan waren er slechts twee open, als ik die vissenkom met design tafel, Led verlichting en gesloten deur voor de echt langdurige adviesgesprekken niet meetel.
De mevrouw van de Service was intussen druk in gesprek verwikkeld met een collega: af en toe klonken er namen op van exotische vakantiebestemmingen, terwijl de filiaalchef (donker pak, oranje stropdas, bruine suède schoenen) met een zeker aplomb adviesgesprek V 124 onderbrak met een kennelijk prangende vraag, en zonder enig besef van het tijdsbeslag daarvan. Beleefd deden de klanten een stapje opzij.
De host wist mij te vertellen dat een doorsnee Service contact gemiddeld tien minuten duurt, maar dat een Adviesgesprek zomaar een uur, anderhalf uur kan duren.
Naast mij zat een jonge vent met nummer V 126, hij zat er al ruim een uur, en ik had nummer V 129. Hij kon ook niet weten dat de bank anno nu zo veel tijd besteedt aan zijn klanten. Anders had hij wel iets te lezen meegenomen.
Daar was de host weer, een stagiaire. ‘Mocht het heel lang duren: we zijn tot zes uur vanavond open, maar als er rond zessen nog klanten zijn, gaan we natuurlijk niet dicht.’ Hij had iets aandoenlijks, pas nu zag ik op de scheiding tussen kaak en kin de verloren strijd tegen puberpuisten. Aan hem zou het niet liggen: klanten eerst.
Bij de balie werd ik door een verrassend attente medewerker gecomplimenteerd met mijn geduld. Na anderhalf uur wachten is dat een aardige geste. Het formulier dat ik wilde afgeven, kon hij niettemin niet in ontvangst nemen. Dat kon alleen maar via de post aangeboden worden.
Ik liet het formulier liggen, draaide me om en stuitte op de bril met de puistjes. Of ik ook een rekeningnummer had bij deze bank. Ik schudde mijn hoofd. Of ik dat wilde. Ik dacht van niet.
Oranje is ING. Dat kan zijn, ik heb me er blauw geërgerd.