Opperdoes

Opperdoes

Ik droomde dat ik een auto kocht bij Piet Ooms in Vlaardingen. Gelukkig werd ik wakker van de hond die de uiterst onhebbelijke gewoonte heeft om bij onweer in je oor te gaan hijgen. Dat doet ze trouwens ook bij harde wind, bij regen of gewoon als ze er zin in heeft.
Dagenlang hield ik me onledig met het zoeken naar een geschikte vervanger voor mijn 10 jaar oude Mazda 3 met 160.000 kilometer op de teller. Kijk vooral zelf ook eens op gaspedaal.nl. Ik kan het van harte aanbevelen. Er staan ruim 306.000 gebruikte auto’s op en zonder filteren ben je hopeloos verloren. Mét filteren trouwens ook, want het aanbod van Japanse auto’s is overweldigend en de knop ‘bewaren van je favoriete modellen’ is aan mij niet besteed.

Met drie opties op zo’n super zuinige oerdegelijke Toyota Yaris, al sinds jaar en dag populair bij de wat rijpere mens of anders gezegd dé bak voor fantasieloze bejaarden, toog ik naar Rotterdam voor een proefrit. Of ze speciaal voor mij de rondweg hadden afgezet, zal ik nooit weten, maar ik was blij dat ik de weg terug wist te vinden. Het werd hem niet, ik had geen klik met het interieur. Bovendien was de verkoper genomineerd voor de prijs van ‘beste verkoper 2014’en dan weet je genoeg.

Zo belandde ik voor optie twee met hulp van mijn Garmin navigatiesysteem, die zijn neus niet ophaalt voor een aggenebish buurtje, diep in de boezem van Vlaardingen. Binnen stonden de auto’s bij Piet Ooms in slagorde tegenover elkaar opgesteld in een pijpenla ter grootte van een doorsnee doorzonkamer maar dan alleen het woongedeelte en dan smaller.
Uit de ernaast gelegen werkplaats doken twee mannen op in een off-rode werkoverall. Wat ik kwam doen. Ik maakte mijn interesse kenbaar, maar het mocht aanvankelijk niet leiden tot identificatie van het bedoelde voertuig. Piet was er op maandag niet, zeiden ze. En Piet was van de verkoop.
De dikke van de twee nam de gelegenheid te baat. Hij ging lunchen in de kantine: een smoezelig tafeltje ter hoogte van een Dacia Sandero in een mottige kleur groen, midden in de pijpenla.
Ik stond oog in oog met een man met een lang eivormig hoofd en absurd hoge tanden, die de Toyota Yaris eigenhandig een stukje opschoof, zodat ik het portier kon openen. Ondertussen ging hij effe kijken naar mijn Mazda, dit in verband met de inruil.
Hij ging bellen. Met Arie. In een onvervalst Rotterdams accent. Ik keek naar zijn borstharen die brutaal uit piepten boven zijn overall. Ik hoorde de dikke in de kantine smakken. Even overwoog ik of ik een van die kleffe toffees die in een groezelig bakje op de toonbank stonden, zou pakken. Ik zag ervan af. Ik nam straks wel een broodje.

“Een Mazda drie, automaatje, twee restyltjes op het rechterportier, een krassie op de rechter kont, en twee nieuwe velgies, Arie, wat denk je?”
Arie dacht 2500 euro. En ik dacht, wegwezen.

En zo kwam ik in Opperdoes terecht. Bij Lars van Son, een no-nonsense garage. Hij keek ervan op dat ik geen man mee had. Dat heb je nu eenmaal in Opperdoes. Daar staan de vrouwen aardappels te verkopen, die ze eerst eigenhandig uit de grond hebben getrokken. Hoe dan ook, het was een prachtige auto. Lars had hem op zijn eigen trailer meegebracht uit Vlaanderen.
Na de deal maakte ik een proefrit. Bij terugkomst had ik een natte kont. Stom hè, zei Lars, toch weer een raampje open laten staan. Regen.
Dat heb je met een no-nonsense garage.

Voor mijn man nam ik een kilootje Opperdoezen mee.