Ook zin om je wintersportvakantie volledig te verknallen?
Hierbij enkele handige tips.
Tip 1:zorg voor een fikse blessure, liefst luttele dagen voor vertrek. Zelf had ik veel baat bij het uitvoeren van de zogenaamde dead lift ten huize van een Nieuwegeinse fitnessheld. Volgens B. had ik het in me. Die roestvrijstalen stang met de royaal uitgevallen schijven in heldere kleuren (bloedrood, flessengroen en Ikeageel) zou ik met de juiste techniek met gemak tot op kruishoogte trekken. Het ging om 40 kilo. Volgens de praatgrage bewegingsvedette is gewichtheffen namelijk hét probate middel om de gehele spierketen van kruin tot grote teen in een ijzersterke conditie te brengen.
Dat het me bij de eerste set van 10 heffingen letterlijk zwart voor de ogen werd, hoorde er gewoon bij. Kwestie van ‘even je rust pakken’. Uitgelaten – ik zat bij het liften nota bene al bijna op mijn lichaamsgewicht – schroefde de oefenmeester er nog een kilootje of vijf bij.
Bij de zesde lift in de tweede set schoot het me in de onderrug. Heel normaal volgens B. De deadlift leent zich namelijk uitstekend voor het opsporen van zwakke schakels in de spierketen. Opgewekt nam hij de triggerpoints(?) in mijn bilstreek onder handen. Tja, als hij het niet dacht, een totaal verkrampte spier, de piriformis, tevens de woon- en verblijfplaats van een zenuw die uitstralende pijn verzorgt tot in de wreef van de voet.
De dag van vertrek kon ik zitten noch liggen.
Tip 2: zorg voor een oncomfortabel vervoermiddel, bij voorkeur een bus. Mijd vliegtuigen of de Alpen Express. Vertwijfeld hees ik me – gedrogeerd door pijnstillers, maagzuurremmers, valium en een slaapmiddel – in de dubbeldekker. Waar ik de nacht half staand op de voetensteun doorbracht zonder enige troost te ontlenen aan mijn nieuwe e-reader, waarvan de gebruiksaanwijzing mij plotseling ontschoten was.
Op de plaats van bestemming sneeuwde het. En ook de stralende dagen erna was skiën uitgesloten. Deels door doorwaakte nachten, deels door mijn licht benevelde bewustzijn, maar vooral omdat ‘zitten’ in een liftje er niet in zat.
Tip 3: neem de bus naar een totaal onbekend skigebied, enkel omdat er veel sleepliftjes zijn (hoef je niet te zitten) en huur dubieuze ski’s van het type ‘boomstam’ voor middelmatige skiërs.
Tip 4: neem na de lunch, lichtelijk overmoedig geworden door het succes op de blauwe hellingen en ondersteund door een extra pijnstiller, de stoeltjeslift naar een rode helling, waar je in een hopeloze strijd verwikkeld raakt met ranzige hoogteverschillen, papsneeuw en vastlopende ski’s. Waar je op een afstandje geduldig wacht tot je man zijn losgeslagen ski’s op de akelig steile piste tevergeefs aan zijn schoenen probeert te klikken. Negeer rondvliegende skistokken.
Tip 5: laat het los, vergeet het skiën. Kies voor een wandeling ‘op de berg’. Zoveel mogelijk heuvel op, zonder sneeuwschoenen à la Donald Duck en vooral zonder stokken. Kom uitgeput aan bij de gondel. Neem te weinig water mee.
Tip 6: huur ski’s bij het vertrouwde adres nu ‘in een liftje zitten’ plotsklaps een optie lijkt. Ga met ware doodsverachting de berg af, die onze winterse nachtmerries bevolkt. Besef dat genieten van heerlijke hellingen met namen als ‘Panorama’ en ‘Paradiso’ bedrieglijk is.
Tip 7: nodig je man uit om ontijdig uit een stoeltjeslift te stappen en met een verdraaid been overtuigend ter aarde te storten.
Tip 8: laat je redden door een rauwdouwer op een sneeuwscooter en bezoek een arts. Verlaat de ‘Dolomiti Sportclinic’ op krukken, ingezwachteld en met een steunkous tegen trombose.
Tip 10: mix de diverse handicaps tijdens het ochtendritueel tot een vernuftige cocktail in het kader van ‘de lamme helpt de blinde’.
Succes verzekerd.
Volgend jaar gaan we weer.