Ik weet niet of u het meegekregen hebt, maar in Nederland zijn we nu zover opgeschoten, dat we in het kader van de marktwerking zelfs het begrazen van natuurgebieden ‘aanbesteden’.Stelt u zich even voor. Er is een gebied dat door schapen begraasd moet worden om de natuur in toom te houden, zodat de hei ook dit jaar in augustus weer uitbundig paars kleurt.
Maar dan wel zo goedkoop mogelijk. Daarom schrijft Natuurmonumenten een aanbesteding uit, en daar mag je dan als ‘kudde’ op inschrijven, maar gelukkig hebben de schapen daar een herder voor.
Herder Grinwis wilde zijn vierhonderd Schoonebeker schapen laten grazen op het Hulsthorsterzand. Hij had ervaring met het gebied, zijn schapen hadden er eerder gegraasd, hij maakte een mooie prijs. Grinwis is er een van het oude stempel “herder met rondtrekkende kudde”. Hij verloor. Want zijn concurrent werkt met een mobiel elektronisch raster (een hek met schrikdraad) zodat de schapen een stuk grond intensief afgrazen zonder dat er een herder aan te pas hoeft te komen. Dat scheelt zo veertig procent in de kosten.
Grinwis zag zich genoodzaakt om de handdoek in de ring te gooien. Hij kon geen voer meer kopen voor zijn schapen. Het was over. De vier honden moesten vervroegd met pensioen, de schapen (vierhonderd stuks) gingen naar de slager en hij en zijn vrouw Aafke zouden in de bijstand belanden.
Het bericht verontrustte me.Ik googelde wat en zo kwam ik terecht op de site ‘Daarom eten we schaap’, een belangenvereniging voor acht schaapskudden en een restaurant.Kom daar maar eens om. Zoiets heb je buiten Nederland verder nergens.
De filosofie achter ‘Daarom eten we schaap ‘ is simpel: “zorgen dat de schapen, die een mooi leven hebben gehad in het onderhoud van het Nederlands landschap een even mooi einde vinden op de borden van mensen die ervan smullen. “
Kijk, en dat smullen wil er nog niet echt van komen. Goed, de lammetjes vinden gretig aftrek, maar schapen…..ho maar. En daarom is het heel fijn dat ‘Daarom eten we schaap’ in 2011 van de overheid subsidie heeft gekregen om ervoor te zorgen dat u en ik nog voor 1 maart 2014 – als de subsidie afloopt – regelmatig aan het schaap gaan. Er moet meer schaap op het menu.
Ondertussen bracht Grinwis schapen die ouder zijn dan zes, en daarom hun tanden breken op de taaie heidevegetatie naar slager ter Weele in Oene, die er hele verdienstelijke salami van maakt, en rookvlees en best wel smakelijke goulash in blik. Maar omdat er geen regelmatige aanvoer is, is het schapenvlees moeilijk ‘weg te zetten’ via de normale distributiekanalen en daarom gaan heel veel mensen, denk ik, naar Oene, om er schapenvlees te kopen, maar dat moeten er nog veel meer worden volgens de site ‘Daarom eten we schaap’.
Mijn man is al heel lang lid van Natuurmonumenten, maar toen hij hoorde over het treurige lot van de schapen van herder Grinwis heeft hij subiet zijn lidmaatschap opgezegd en nog diezelfde avond heeft hij voor mij een heerlijke schapenbout klaargemaakt. Zo doen wij dat. En wij waren niet de enigen.
Grinwis en zijn schapen zijn gered. Spontaan boden mensen geld aan zodat er weer voer gekocht kon worden voor de schapen. Er zijn zelfs plannen voor het oprichten van een stichting voor de kudde van Grinwis.
Natuurmonumenten kan de komende tijd trendy woorden als ‘duurzaam’ en ‘ecologisch’ beter even vermijden.
Mag ik u uitnodigen om deze week eens bij Albert Heijn in het schapenvlees vak te kijken?Alle beetjes helpen.