Groen Links is in crisis, nu Sap en het volledige partijbestuur zijn opgestapt.
Gelukkig was er afgelopen zaterdag ‘toevallig’ een bijeenkomst van de partijraad, tachtig leden sterk, afkomstig uit stad, regio en werkgroepen. Zij konden meteen de hand aan de ploeg slaan. Het motto op de poster voor de Tweede Kamer verkiezingen – Zin in de toekomst – was een prachtige leidraad voor de discussie. Het debat over de toekomst verliep in ‘groepjes’, een beproefd middel voor messcherpe analyses.
Er moeten vier groepjes geweest zijn. Dat leid ik af uit de foto in nrc.next, waarop ik twintig koppen tel. In het begeleidende artikel wordt een aantal uitspraken van een viertal deelnemers geciteerd. Een selectie.
“Volgens mij is dit het moment om álles ter discussie te stellen. Waar gaat het ons nou precies om, en hoe brengen we dat dan effectief? Het groene deel krijgen we snel scherp. Welke kant het volgens mij op moet? Dat weet ik niet op voorhand: natuurlijk heb ik ook mijn mening, maar ik denk dat dit vooral uit de partij moet komen.”
“Ik denk niet dat we onze idealen nu ter discussie moeten stellen. Het lijkt me gevaarlijk om alles tegelijk te bespreken, er speelt nu al zoveel. De focus moet níet op zo’n fundamentele herbezinning liggen. We moeten er nu vooral voor zorgen dat we onze organisatie en strategie op orde krijgen. Want voor je het weet komen de gemeenteraadsverkiezingen er alweer aan, in 2014. We moeten ervoor zorgen dat onze organisatie sneller kan schakelen. Elkaar niet meer gijzelen in procedures, daar heeft niemand baat bij.”
“ Ik ben van de school die vindt dat we een uniek en goed programma hebben. Dit is een van mijn stokpaardjes: we moeten een cultuurverandering ondergaan. Groen Linksers zijn emotioneel niet intelligent. Als een kiezer op de markt zegt dat hij baalt en die spreekt ons aan, dan gaan wij staan uitleggen waarom dat niet klopt, en hoe de feiten zitten. Dat werkt niet, je moet empathie tonen. We moeten vooral meer psychologie bij de politiek voegen. We zijn altijd zo op de inhoud gericht, maar het is een feit dat mensen ook op ménsen stemmen. Dus ik denk dat het heel goed is om vroeger of later een lijsttrekkersreferendum te organiseren, om een leider te kiezen die de taal van mensen verstaat.”
“We hebben gewoon een stevig bestuur nodig, dat alle kikkers in de kruiwagen kan houden. En voorál moet er een einde komen aan al die gremia, ik kan het woord niet meer horen. Ouwehoersclubjes zonder mandaat zijn het. Ik ben zelf lid van de partijraad, maar heb nog geen vergadering meegemaakt zonder dat ons eigen orgaan ter discussie staat: wat kúnnen we eigenlijk? Wij zijn zo goed in doorouwehoeren, ik ga zelf ook vaak buiten staan hoor, op congressen. We moeten beter kijken naar wat er in het land gebeurt. En Groen Linksers moeten leren om in één zin te zeggen wat ze bedoelen. We hebben nuchtere bestuurders nodig.”
Soms kan een columnist volstaan met het simpelweg opschrijven van wat er gezegd is.
Het lijkt chaos bij Groen Links, maar ter geruststelling: dit gaat altijd zo als een partij aan het herbronnen is. Misschien kan Groen Links eens te rade gaat bij hun collega’s van het CDA. Die hebben ruime ervaring met ‘herbronnen’.